Geplaatst op

GEEN STRAKKE NEUSRIEMEN MEER OP WEDSTRIJD

Vanaf 1 januari 2018 wordt er een limiet gesteld aan hoe strak een neusriem mag op wedstrijden in Denemarken. Dit heeft het bestuur van de Deense Hippische Federatie besloten op basis van de uitslagen van een uitgebreide studie naar harnachement. Dit besluit geldt voor alle disciplines, zo meldt de website Eurodressage.

De studie laat zien dat er een duidelijke relatie is tussen een strakke neusriem en het ontstaan van letsel in de mond. De Deense Hippische Federatie liet daarop weten dat zij het ontstaan van dergelijk letsel door het gebruik van harnachement niet wil toestaan.

Ruimte van 1,5 centimeter
Vanaf 1 januari zal gemeten worden hoe strak de neusriem dichtgedaan wordt. Deze meeting wordt pas gemaakt zodra er het vermoeden is dat de neusriem te strak zit. De ruimte tussen de neusriem en de neus van het paard, moet gelijk zijn aan een diameter van 1,5 centimeter. Voorheen werd dit ‘met de losse hand’ gemeten en werden er één of twee vingers aangehouden.

Sancties
Eenmaal vastgesteld dat de neusriem te strak zit, zal de ruiter door officials gevraagd worden de neusriem losser te doen. Mocht de ruiter dit weigeren, zullen er mogelijk sancties opgelegd worden.

Bron: Diverse bronnen

Geplaatst op

HEADSHAKING

Kopschudden als bron van frustratie…

Paarden die last hebben van het headshaking syndroom gooien hun hoofd aanhoudend en heftig, bijna spastisch verticaal op en neer. Daarmee drijven ze menner of ruiter én hun dierenarts tot wanhoop, want er is geen goed werkende therapie voor deze aandoening. Dr. W. Robert Cook, een Amerikaanse chirurgisch gespecialiseerde paardenarts doet al jaren onderzoek naar het kopschudden en komt met een aantal nieuwe inzichten.

Het hoofdschudden is de meest opvallende en verstoorde uiting van de aandoening. Maar er bestaan ook andere uitingen, zoals mond wrijven, proesten, briesen, snurken en een algemene overgevoeligheid en schuwheid wanneer het paard wordt aangeraakt rond de mond, het gezicht en de oren. Hoge omgevingstemperaturen, wind en regen verergeren deze uitingen, evenals fel zonlicht.

Lees hier het hele artikel! 

Geplaatst op

GESCHIEDENIS BITLOOS RIJDEN

Tijdens de voorgeschiedenis van het paardrijden, werden er geen bitten geïntroduceerd tot de Bronstijd. Voordat, tijdens en sinds is bitloos rijden in grote mate beoefend. Gedurende duizenden jaren vertrouwden de bedoeïenen hun hele leven op een bitloze optoming. Door de ontdekking van olie in het Midden-Oosten verdween de bitloze ‘horsemanship’ in een van zijn ‘thuislanden’. Gelukkig was inmiddels de kunst van bitloos rijden verspreid naar middeleeuws Spanje. Van daaruit, in de 16e eeuw, werden paarden opnieuw in Amerika bitloos geïntroduceerd, hoewel in de 17e eeuw de Conquistadors gebruik maakte van het bit. Ironisch genoeg verwijzen we nu naar de Oost-Arabische geschiedenis van bitloos rijden als ‘Western’ horsemanship. Na wetenschappelijke toetsing en de erkenning van zijn fundamentele gebreken, hebben recreatieve ruiters wereldwijd gekozen om steeds meer bitloos te gaan rijden.

De bovenstaande korte geschiedenis van het paardrijden doet ons eraan herinneren dat bitloos rijden niet nieuw is en het concept niet als revolutionair of bijzonder verrassend moet worden beschouwd, zelfs als we in aanmerking komen voor de extreme paardensport (race) van vandaag. De bedoeïenen reden namelijk tijdens de race al zonder bit.

Bitloos rijden is slechts een omkering naar een eenvoudiger, veiliger en effectievere methode van ruiter / paardcommunicatie. Het verrassende is dat in zo’n 5000 jaar rijden met gebruik van bit zo weinig wordt gecommuniceerd over de (eventuele) negatieve bijwerkingen van het bit (zoals de ademhaling die in de galop wordt beïnvloed door het bit).

Sinds het begin van het millennium hebben recreatieve ruiters aangetoond dat een paard in 1 dag kan worden omgezet van bit naar bitloos. Behalve dat rijden met bit nog steeds grotendeels verplicht is tijdens officiële wedstrijden, is het proces van overgang naar bitloos rijden eenvoudig, snel en eindeloos beloond voor zowel paard als ruiter.

bron: dr. Robert Cook

Geplaatst op

PAARDEN PREFEREREN MINDER TEUGELDRUK

Volgens een nieuw onderzoek door Europese paardenwetenschappers, zouden paarden liever de teugeldruk ontlopen dan eraan gewend raken. En boven een bepaald niveau van geforceerde spanning kan deze teugeldruk verzet veroorzaken. Om juist het meeste profijt van de training te krijgen en om de gevoelige paardenmond te sparen moeten ruiters weten wanneer ze minder spanning moeten houden op de teugels. Dat zal over het algemeen zijn als het paard verzet gaat tonen.

“Natuurlijk hebben wij de bedoeling om spanning te vermijden wanneer we tijdens onze training bezig zijn,” zegt dr. Janne Winther Christensen, wetenschapsonderzoeker op de Faculteit van agriculturele wetenschappen aan de Aarhus Universiteit in Tjele (Denemarken). “Beter aandacht besteden aan het moment van drukverlichting helpt het paard bij het leerproces en draagt bij aan zijn welzijn,” stelt ze. Met haar recent onderzoek laat dr. Janne Winther Christensen duidelijk zien dat paarden spanningsvermindering op de teugels prefereren.

Samen met Franse en Oekraïense collega’s testte Christensen 15 tweejarige warmbloed paarden die nog nooit een bit in de mond in hun mond hadden gehad. Juist door jonge paarden te gebruiken waren ze in staat vast te stellen hoe de paarden van nature reageerden op de teugeldruk, zonder dat ervaringen met ruiters een rol konden spelen. De paarden kregen een trensbit in dat met teugels aan een singel (een hele singel die achter de schoft om het paard werd vastgemaakt) werden bevestigd met een variatie in lengte. Op deze manier waren de onderzoekers in staat om de bereidheid van het paard te testen om hun hoofd naar voren te steken over een ijzeren stang naar een emmer met granen en melasse. De verwachting was dat de twenters de teugeldruk de eerste dag van het onderzoek niet zouden willen ondergaan, maar dat ze gaandeweg de volgende dagen deze druk beter zouden ondergaan. Ze waren verbaasd te constateren dat het tegendeel waar was.

“De paarden accepteerden een verrassend hoge druk op de eerste dag maar leerden duidelijk hoe ze de spanning konden ontlopen in plaats van aan de druk te wennen,” stelde Christensen en legde uit dat de paarden de eerste dag een druk van 10 N (Newton, ongeveer gelijk aan kilogramgewicht) accepteerden, maar de dagen erna slechts 6 N. “Dit bewijst duidelijk dat paarden een aversie hebben tegen teugeldruk.” Verzet werd getoond door de mond te sperren, het hoofd omhoog te doen of met het hoofd te slaan en achteruit te deinzen. Dit verzet hing bij dit  onderzoek duidelijk samen met hoge teugeldruk volgens Christensen, die haar bevindingen presenteerde tijdens de zesde International Equitation Science Conference in Uppsala (Zweden) in augustus 2010, waarna publicatie volgde in de Equine Veterinary Journal.

Eerdere onderzoeken zoals door verschillende onderzoekteams gedaan, lieten zien dat ervaren paarden een druk verdroegen tot 40 N en dat deze paarden niet altijd verzet toonden, laat Christensen weten. Deze meer ervaren paarden waren waarschijnlijk minder gevoelig geworden voor teugeldruk vanwege intensieve training zonder de juiste ontspanning op de teugel en ze konden getraind zijn in het niet meer tonen van verzet. In een ideale situatie zouden ruiters in staat moeten zijn om juist gebruik te maken in hun training van de natuurlijke gevoeligheid van de paarden op het bit. “Je zou verwachten dat bij een hoger niveau van rijkunst minder druk nodig is om een paard te laten reageren,” zegt ze, “zodat de hulpen steeds lichter worden bij de hogere dressuur.”

Volgens Christensen zullen de gegevens uit dit onderzoek in de toekomst gebruikt gaan worden bij onderzoeken over hoe verschillende trainingstechnieken invloed hebben op het paardenwelzijn en de hoeveelheid stress. “Paarden trainen door een negatieve beloning te geven, zoals druk geven en weghalen op het bit eisen verantwoordelijkheid van de ruiter om te kunnen vaststellen wanneer het paard in de training de hulpen gaat ontlopen en gestrest raakt,” legt ze uit. “Dus zowel de professionele als de amateurruiters zullen hun trainingstechnieken moeten aanpassen als hun paard verzet toont.”

Bron: www.bitloos.nl

Geplaatst op

ONDERZOEK VAN DR. COOK

ONDERZOEK VAN DR.COOK: van 12 naar 200 problemen!

“Prior to 1997,” Dr. Cook says, “I might have listed 12 problems as ‘aversions to the bit.’ From research completed since then I now list over 200 negative behaviors and 40 diseases…I kick myself for not having recognized sooner that the bit causes so much mayhem. Bronze age man made a mistake putting a piece of metal in a horse’s mouth.”

Bekijk hier de lijst die Dr.Cook heeft opgesteld!

Geplaatst op

PROEFWEDSTRIJD IN 2009

In de zomer van 2009 vond er een bitloze proefwedstrijd plaats op het terrein van de KNHS en Johan Hamminga was daarbij aanwezig en deelt zijn inzichten met je;

“Kortgeleden organiseerde de KNHS een proefwedstrijd bitloos rijden om de mogelijkheden voor de integratie hiervan in de sport te onderzoeken. Ik was daarbij.

Eerst dachten we dat het gevaarlijk zou kunnen zijn, maar dat is niet zo. De paarden met een bitloos hoofdstel luisteren net zo goed als een paard met een bit. Er zijn hoofdstellen die scherper dan een bit inwerken.”

Dit is de inleiding. De rest van het artikel gaat dieper in op zijn visie.

Ben benieuwd naar jullie mening! Ben je het eens met Johan Hamminga? Of denk je er anders over? Zou hij er nog steeds zo over denken?

Bitloos heeft natuurlijk een enorme opmars gemaakt. Waar het in 2009 nog veel werd gebruik als alternatief ivm lichamelijke problemen hebben we in 2016 denk ik echt wel een andere insteek genomen in de keuze in bitloos rijden.

Wat denk jij?

Klik hier om het hele artikel te lezen!

Geplaatst op

PAIN FREE COMMUNICATION

Een artikel dat alweer 12 jaar geleden geschreven is. Er is veel gebeurd sinds die tijd en bitloos is allang niet onbekend meer en ook zeker niet meer onbemind. Voor de auteur is het echter nog een “new tool” 

Ik vond het leuk om te lezen en ik hoop dat jij het ook leuk vindt.

“Living with horses is a gift. Horses accept their existence on our terms, but they decide whether or not to carry out the tasks we assign them. We should not take for granted that special moment when a horse surrenders itself willingly to our touch.

Horsemanship has evolved over many millennia. Every decade brings new tools and skills but horsemanship is also steeped in tradition and sometimes stifled by it. If a new tool fails to follow tradition, horsemen tend to resist its acceptance even though the new tool offers important benefits for horse and rider. Some of our present-day traditions were established long before man recognized the concept of kindness as the key to communication. Use of the bit, for example, dates back at least 4000 years to the early days of the horse’s domestication. Its introduction was driven by primitive man’s fear of the horse and the assumptionthat he needed to master the beast by brute force. We should be constantly on the look out for the arrival of new ideas that stimulate us to reappraise our attitude to traditional practices ‘inherited’ from distant ancestors.

I have witnessed at first hand the use of a new tool, the rationale of which is founded on an understanding of equine physiology rather than on primitive man’s fear of a wild beast. This tool is a design so far removed from tradition that I have seen riders flinch with alarm at its very description. Yet these same riders have later agreed, after plucking up courage to test it, that the tool represents a landmark advance in welfare and equitation.

The tool is a bitless bridle based on a crossover design. Yes, it is bitless. No, it is not a hackamore, bosal or sidepull. Yes, it is very effective. It can be found on a research veterinarian’s website: bitlessbridle.com

Along with the design, Dr. Robert Cook provides information from decades of his own research, feedback from users, a critique of the bit’s adverse effect on a horse’s behavior, and 120 reasons why the new design is compatible with the exercise physiology of the horse.”